DISC methode

Marstons DISC-methode
In 1928 ontvouwde de Amerikaanse psycholoog dr. William Moulton Marston in zijn standaard werk The Emotions of Normal People, de zogenoemde DISC-theorie. Marston observeert mensen door hun gedragingen af te zetten langs twee assen: de as Passief reagerend/Actief reagerend en de as Antagonistische (vijandige) omgeving/Goedgezinde omgeving.
Op basis hiervan ontwikkelde hij een vier kwadranten concept, DISC genaamd:

  • Dominantie de manier waarop wordt omgegaan met problemen en uitdagingen.
  • Invloed de wijze waarop invloed op anderen wordt uitgeoefend.
  • Stabiliteit het patroon van reacties op verandering en diverse activiteitenniveaus.
  • Conformiteit de wijze waarop gereageerd wordt op regels gemaakt door anderen.

Elk kwadrant beschrijft een bepaald basaal gedragspatroon. Ieder mens vertoont volgens Marston bepaald gedag in de D-, I-, S- of C-categorie, maar neigt ertoe een zelf concept te ontwikkelen dat in de basis overeenkomt met een van de kwadranten. Marstons werk maakt het mogelijk gedrag objectief te observeren en te beschrijven in plaats van subjectief en oordelend.

Wat betekenen de DISC-letters nu eigenlijk concreet als het over gedrag gaat?
D = Dominantie
Hoe hoger de D-score, hoe sterker de neiging de omgeving te beheersen en te controleren. Hoe lager de D, hoe meegaander en meer relaxed het gedag is. De hoge D reageert proactief op veranderingen en uitdagingen, wil graag winnen, is erg resultaatgericht, heeft een ‘kort lontje’, is snel kwaad, maar is het ook weer snel vergeten. We noemen dit gedag ook wel het Vurige ROOD.
Kenmerken:

  • Weten wat ze willen en hoe ze er komen.
  • Goed in staat taken te managen en resultaatgericht.
  • Houden van competitie.
  • Besluitvaardig.
  • Onafhankelijk, efficiënt, intensief, overwogen.

Sterke kanten:

  • Nemen snel besluiten.
  • Het vermogen om situaties te beheersen maakt dat zeveel bereiken.
  • Geconcentreerd op doelen.
  • Niet bang om risico´s te nemen
  • Autoriteit, kunnen onafhankelijk werken.

Zwakke kanten:

  • Sterk gericht op het behalen van resultaat, waardoor details over het hoofd worden gezien.
  • Wanneer men de taak wil volbrengen, zet men eigen en andermans gevoelens opzij, wat tot spanning kan leiden.
  • Soms workaholics.

Lichaamstaal:

  • Maken direct oogcontact.
  • Bewegen zich snel en doelgericht.
  • Spreken krachtig en snel.
  • Gebruiken directe en kernachtige taal.
  • Hebben agenda´s en overzichten in hun kantoor hangen of liggen.

Komt veel voor in de volgende beroepen/sectoren:

  • Advocaten.
  • Chirurgen.
  • CEO´s.

I = Invloed
De hoge I oefent invloed uit op zijn omgeving via verbale overtuigingskracht en non-verbale uitstraling of charme. Hoe hoger de I, hoe groter het vertrouwen in anderen.
Hoe lager de I, hoe sceptischer het gedrag. De lageI is meestal stil en houdt er niet van anderen zijn ideeën te verkopen. De hoge I is enthousiast, hartelijk en grenzeloos optimistisch. Dit is het Zonnige GEEL.
Kenmerken:

  • Uitgaand, expressief, overtuigend, enthousiast, vriendelijk.
  • Geeft er de voorkeur aan om met mensen samen te werken.
  • Houdt ervan om in het zonnetje te staan.
  • Humoristisch, levendig.

Sterke kanten:

  • Vanwege hun levendigheid in staat anderen te motiveren en leven in de brouwerij te brengen.
  • Snel tempo, goed in staat bruggen te slaan en relaties op te bouwen met andere mensen.
  • Geschikt om openbare presentaties te geven.

Zwakke kanten:

  • Wanneer men van slag is, worden gevoelens gecommuniceerd met een sterke lading. En bij kritiek wordt verbaal uitgehaald.
  • Kunnen overweldigend op andere stijlen overkomen wanneer ze enthousiast zijn over een idee.
  • Vanuit een overtuiging aansturen op een besluit en daarbij belangrijke details over het hoofd zien.
  • Moeite met luisteren naar anderen.

Lichaamstaal:

  • Snelle hand- en armgebaren.
  • Spreken met veel animatie en stembuiging.
  • Zeer veel gezichtsuitdrukkingen.
  • Overtuigende taal.
  • Werkplek vol met inspirerende voorwerpen en teksten.

Komt veel voor in de volgende beroepen/sectoren:

  • Trainers.
  • Acteurs.
  • Verkopers.

S = Stabiliteit in reactiepatronen
De hoge S houdt ervan volgens vaste gewoontepatronen te werken. Hoe hoger de S, hoe geringer de flexibiliteit bij het omgaan met veranderingen. Hoe lager de S, hoe groter de wil en capaciteit tot aanpassing aan veranderingen in de omgeving. Het werktempo van de hoge S is langzaam maar gestaag, het tempo van de lage S is hoog maar hectisch. De hoge S is geduldig, attent, servicegericht en betrouwbaar. In DISC-termen noemen we die het Aardse GROEN.
Kenmerken:

  • Ontvankelijk en vriendelijk.
  • Samenwerkend.
  • Ondersteunend, geduldig en ontspannen.

Sterke kanten:

  • Goede luisteraars, waardoor anderen ondersteuning ervaren.
  • Werken vanwege hun gevoeligheid goed samen in een teamomgeving, omdat men de gevoelens van een ander begrijpt.
  • Verzorgend voor anderen.

Zwakke kanten:

  • Moeite voor zichzelf op te komen en besluiten te nemen.
  • Houden vaak niet van confrontaties.
  • Krijgen niet altijd wat ze echt willen door conflicten uit de weg te gaan.
  • Dit kan ontaarden in wrok naar anderen (bij te lang onderdrukken van de eigen wensen).

Lichaamstaal:

  • Vriendelijke gezichtsuitdrukking.
  • Regelmatig oogcontact.
  • Praat langzaam met zachte stem met enige stembuiging.
  • Gebruikt ondersteunende en aanmoedigende taal.
  • Eventueel familiefoto’s op de werkplek.

Komt veel voor in de volgende beroepen/sectoren:

  • Verpleegkundigen.
  • Therapeuten.
  • Onderwijzers.

C = Conformiteit
Hoe hoger de C, hoe meer men vasthoudt aan vaste regels en procedures. Hoe lager de C, hoe sterker de neiging tot ongebonden denken en handelen. De hoge C is nauwkeurig, geordend en perfectionistisch. De lage C is creatief en non-conformistisch. De hoge C is voor alles een analist. We noemen dit gedrag ook wel Glashelder BLAUW.

Kenmerken:

  • Feiten in plaats van gevoelens.
  • Objectieve evaluatie van situaties.
  • Verzamelen van een hoop gegevens voordat een beslissing wordt genomen.
  • Georganiseerde werkomgeving.
  • Systematisch, logisch, ordelijk.
  • Gereserveerd.
  • Goed georganiseerd.

Sterke kanten:

  • Geduld om details te onderzoeken.
  • Komen met een logische oplossing.
  • Kunnen onafhankelijk werken.

Zwakke kanten:

  • Emotioneel afstandelijk.
  • Bij problemen neiging te over analyseren voordat een besluit wordt genomen.
  • Vermijden van eigen en andermans gevoelens.

Lichaamstaal:

  • Tonen weinig gezichtsuitdrukking.
  • Hebben een beheerste lichaamstaal met langzame bewegingen.
  • Weinig hoogteverschil in stem, neigen naar het monotone.
  • Hun taal is precies, gericht op specifieke details.
  • Op hun werkplek zijn bijvoorbeeld grafieken, tabellen en schema’s te vinden.

Komt veel voor in de volgende beroepen/sectoren:

  • Financiële dienstverlening.
  • Informatietechnologie.
  • Wetenschap.

Uiteraard is het onmogelijk mensen in slechts een van de vier “DISC-vakjes” in te delen. Ons gedrag is immers veel complexer. Zoals Marston al vaststelde: “All people exhibit all four behavioral factors in varying degrees of intensity.”
Ondanks het feit dat één stijl het meest op jou van toepassing lijkt te zijn, zul je je ongetwijfeld ook herkennen in enkele kenmerken van andere gedragsstijlen.

Vind je dit een interessant artikel? Deel het!

 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.